Sinds 1 januari 2024 is de Omgevingswet officieel van kracht. SAOZ opereert aan de frontlinie van de nieuwe realiteit. Wat zijn de eerste ervaringen met de Omgevingswet? Hoe gaan gemeenten ermee om? Waar lopen ze tegenaan bij planschade, nadeelcompensatie en de plan- en vergunningsprocedures? We delen graag de eerste ervaringen en onze observaties.
Nadeelcompensatie
Een van de grootste veranderingen is dat de rechtsbescherming bij nadeelcompensatie is verschoven naar het publieke domein van het bestuursrecht (Awb). De invoering van artikel 4.5 Awb is voor nadeelcompensatie een behoorlijke aardverschuiving. Het betekent dat eerder genoemde schadeoorzaken waarvoor geen wettelijke schadevergoedingsregeling gold, ingebed worden in een juridisch kader. Hierover schreven wij in november 2023 dit artikel.
Bij SAOZ vinden wij dit op zichzelf een positieve ontwikkeling, omdat bestuursrecht relatief laagdrempelig is. Als gemeente kun je zelf beslissingen op bezwaar nemen en dus zelf de publieksrechtelijke procedures aflopen. Ook is het voor aanvragers een stuk makkelijker geworden, omdat je nu voor vrijwel alle schadeoorzaken in bezwaar kunt gaan bij de gemeente en niet tegen dure en vaak langdurige civielrechtelijke procedures aankijkt.
Wel merken wij dat veel gemeenten hier toch nog onvoldoende op voorbereid zijn of de implicaties onderschatten. We helpen hen om deze nieuwe situatie in hun standaardprocessen op te nemen. Inclusief de bijbehorende juridische documenten, zoals een ‘Nadeelcompensatieverordening Omgevingswet en titel 4.5 Awb’ (deze is vollediger en meer maatwerk dan de standaard VNG-verordening en bevat een artikelsgewijze toelichting), geactualiseerde aanvraagformulieren en aangepaste teksten voor websites.
Planschade
Wij krijgen regelmatig de vraag: “Onze oude planschadeverordening is al ingetrokken, wat moeten we nou met de lopende aanvraag doen?” In dat geval heb je als gemeente een probleem, want er is dan geen wettelijk kader meer voor aanvragen van voor 31 december 2023. In sommige gevallen hebben gemeenten hier helaas het kind met het badwater weggegooid. Voor de periode van het overgangsrecht (vijf jaar vanaf 1 januari 2024) is het dus verstandig om twee verordeningen in uw arsenaal te hebben; een voor de lopende aanvragen (onder de Wro) en een voor de nieuwe, onder de Omgevingswet.
Heeft u als gemeente de oude verordening ingetrokken en vraagt u zich af wat u nu met de lopende aanvragen moet? Neem contact met ons op voor advies op maat.
Risicoanalyse
Initiatiefnemers (gemeenten en marktpartijen) die het niet gehaald hebben om vorig jaar nog hun plan in procedure te brengen, zien zich nu geconfronteerd met een heel andere manier van risicobeoordeling. De rapportages moeten worden omgekat naar de Omgevingswet, herijkt, en voor een deel van het proces zul je opnieuw moeten beginnen.
Plannen en vergunningen die voor de sluitingsdatum (eind december 2023) zijn ingediend, worden afgehandeld onder het oude systeem. Dat kan nu niet meer. Er is een Omgevingsvisie en een Omgevingsplan nodig. Zolang er nog geen Omgevingsplan ligt, kunnen gemeenten werken met de zogenoemde ‘buitenplanse omgevingsvergunning’ (BOPA). Op zich niet nieuw, want voor heel veel projecten onder het oude recht werd ook met dat soort buitenplanse afwijkingen gewerkt. Wilt u meer weten over de mogelijkheden? Neem contact met ons op.
Hier zien we dat de veranderingen in de wijze van beoordeling eigenlijk nog helemaal niet zijn uitgekristalliseerd. Denk aan het begrip ‘feitelijk’. Wat is de definitie van ‘feitelijk gebruik’? Dat is echt onbekend terrein; er is over het nieuwe systeem nog geen rechtspraak.
Als adviseur zullen wij moeten invullen wat we denken dat verdedigbaar is. Pas als dit allemaal is uitgekristalliseerd, wordt het duidelijker en eenduidiger.
Voorzienbaarheid
Een ander aspect dat aandacht verdient is de actieve en passieve risicoaanvaarding. Hier lopen we tegen nieuwe normen aan waarvan nog onduidelijk is hoe die zich gaan vertalen in rechtspraak. Onder de Omgevingswet kunt u van tevoren met een risicoanalyse niet meer goed inschatten hoeveel van de schade later voorzienbaar zal blijken. De onzekerheid neemt dus toe. Actieve risicoaanvaarding was goed op orde, maar die is voorwaardelijk geworden. Door de nieuwe systematiek kan de conclusie over de voorzienbaarheid sterk wijzigen, maar dat weet je pas als er schadeclaims zijn ingediend.
Kostenverhaal
Wij krijgen ook vragen over kostenverhaal. “Stel dat wij een vergunning verlenen die een schadeoorzaak kan zijn. Hoe krijgen we die schade verhaald? Wij kunnen de vergunning niet weigeren als die wordt aangevraagd; wat nu als de initiatiefnemer niet wil tekenen voor kostenverhaal? Kunnen we de vergunning dan alsnog weigeren?”. Ook dit is een onderwerp waarover zich jurisprudentie zal moeten gaan vormen: de wet biedt hier geen panklaar antwoord.
Conclusie: winkel op orde
Samenvattend kunnen we zeggen: er is veel aan het schuiven en er is nog veel grijs gebied. Ook zien we bij veel gemeenten een kennisachterstand. Ons advies: zorg dat u de ‘winkel’ op orde heeft. De basisdocumenten en de processen. Ook daar helpen we graag bij. Ook onder de Omgevingswet is SAOZ uw kompas bij de invulling van de fysieke leefomgeving.