Toenemend aantal verzoeken om nadeelcompensatie
Nederland is een druk, hoog ontwikkeld land, en in grote mate afhankelijk van goede infrastructuur. De aanleg, het beheer en onderhoud van deze infrastructuur is in handen van gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk.
Het, ten behoeve van het algemeen belang, uitoefenen van deze publieke beheers‐ en onderhoudstaken kan evenwel in bepaalde en soms onvermijdelijke situaties leiden tot een verminderde bereikbaarheid van bedrijven. Hierdoor worden overheden, met name de lagere overheden, bij de voorbereiding en uitvoering van infrastructurele werken, vaker en eerder dan voorheen geconfronteerd met vragen over nadeelcompensatie en stijgt het aantal ingediende verzoeken om nadeelcompensatie gestaag.
Grotere belasting op ambtelijk apparaat en bestuursorganen
Hoewel voor dit soort verzoeken om schadevergoeding reeds vele jaren een speciaal ingericht (bestuursrechtelijk) schadevergoedingsstelsel bestaat, merken wij in de praktijk, dat men de weg naar het stelsel of niet goed weet te vinden, of dat men, eenmaal beland in het stelsel van nadeelcompensatie, dit stelsel niet altijd op de juiste wijze weet toe te passen. Dit geldt overigens zowel voor benadeelden, als voor advocaten, bestuurders en ambtenaren.
Dit leidt ertoe, dat verzoeken om schadevergoeding ten titel van nadeelcompensatie ter behandeling worden doorgestuurd naar verzekeraars, dat advocaten dagvaardingen uitbrengen, of dat overheden stelselmatig, zonder nader onderzoek, verzoeken om schadevergoeding afwijzen omdat alle schade toch behoort tot het normaal maatschappelijk risico dat een ondernemer loopt in een druk land als Nederland. Hierdoor ontstaan verwarring en onzekerheid bij de betrokken partijen, alsmede een grotere belasting op het ambtelijk apparaat en bij bestuursorganen
Groeiend besef bij bestuursorganen
Toch groeit het besef dat het stelsel van nadeelcompensatie als een zeker zo volwaardig schadevergoedingsstelsel moet worden beschouwd, als bijvoorbeeld het stelsel van planschade op basis van artikel 6.1 Wro (voorheen artikel 49 WRO).
Dit betekent dat steeds meer gemeenten en andere overheden, intern dan wel ook extern gericht, regels opstellen over hoe om te gaan met verzoeken om schadevergoeding ten titel van nadeelcompensatie. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een nadeelcompensatieregeling, waarin zaken worden geregeld over de externe advisering, de beslistermijnen, maar ook over meer inhoudelijke zaken, zoals causaal verband en toepassing van het normaal maatschappelijk risico.
Vrij recent nog heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam aangegeven een nadeelcompensatieregeling op te stellen naar aanleiding van het rapport ‘Nadeelcompensatie en ondernemersrisico op de schop’ van de Amsterdamse gemeentelijke Ombudsman.
Duidelijke voorbereidings- en besluitvormingsprocessen
Vele bestuursorganen stellen daarom in toenemende mate procedurele maar ook inhoudelijke regels op, over de wijze waarop verzoeken om nadeelcompensatie moeten worden afgewikkeld. Dit zorgt voor helderheid en transparantie in het voorbereidings- en besluitvormingsproces, zowel voor het bestuursorgaan als de aanvragers en andere partijen.
Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de beslisboom die recentelijk door de SAOZ is vastgesteld. Deze eenvoudige beslisboom kan enorm behulpzaam zijn bij het inschatten van het karakter van een verzoek om schadevergoeding en kan worden gehanteerd om vast te stellen of de schadeoorzaak een onrechtmatige handeling of besluit is (geen nadeelcompensatie) of een rechtmatige handeling of besluit (wel nadeelcompensatie).
Ook kan snel worden bepaald waar de rechtsbescherming is gelegen, bij de civiele rechter of de bestuursrechter. Deze beslisboom heeft in praktijk bewezen een nuttig hulpmiddel te zijn, dat wij graag aan onze opdrachtgevers ter beschikking stellen.
Een beslisboom aanvragen of meer weten?! Neem dan contact op met Peter van Bragt.