Planvorming

Bevi-gerelateerde planwijzigingen? Voorkom rampzalige planschaderisico’s

27 dec 2016

Bestemmingsplannen dienen in overeenstemming te zijn met het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Voor zover de vigerende planologie nog dient te worden aangepast is een planschadecheck sterk aan te raden.

Vragen omtrent Bevi nemen toe

Steeds vaker worden wij gevraagd advies uit te brengen omtrent onderwerpen die gerelateerd zijn aan het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi; Stb. 2004, 250) dat op 27 oktober 2004 in werking is getreden. Doel van het besluit is het bieden van een minimum beschermingsniveau aan individuele personen en groepen burgers tegen ongewone voorvallen met gevaarlijke stoffen die opgeslagen zijn bij bedrijven.

In het besluit zijn onder meer normen opgenomen voor de kans dat één persoon buiten het plangebied overlijdt als gevolg van een ongewoon voorval (plaatsgebonden risico). Door het op een kaart verbinden van plaatsen met een gelijk risico ontstaat een plaatsgebonden risicocontour (de zogenaamde “PR-contour”). Daarnaast gaat het besluit in op de kans op een ramp waarbij een groep mensen betrokken is (het groepsrisico). Dit risico wordt in de regel in een grafiek opgenomen.

Interbestuurlijk toezicht

Door de Wet Revitalisering Generiek Toezicht (Wet RGT; Stb. 2012, 233), die sinds 1 oktober 2012 van kracht is, zijn provincies de interbestuurlijk toezichthouder voor ruimtelijke ordening, bouwen, milieu, huisvesting, monumenten, archieven (overheidsinformatie) en constructieve veiligheid van bouwwerken. Vanuit deze rol kunnen provincies onder meer planologisch onderzoek verrichten en gemeenten oproepen om externe veiligheid voldoende mee te nemen in bestemmingsplannen.

Te denken valt aan situaties waarin rond een Bevi-inrichting – op gronden buiten de betreffende inrichting – in planologisch opzicht nog een “kwetsbaar object”, zoals een burgerwoning, school of verpleegtehuis zou kunnen worden gerealiseerd. In dergelijke gevallen wordt gesproken van een “latente saneringssituatie”. Het in een nieuw bestemmingsplan laten vervallen van de mogelijkheid van een kwetsbaar object, kan echter leiden tot planschade voor de eigenaar van de betreffende locatie.

Ook bedrijven kunnen elkaar onderling beïnvloeden, bijvoorbeeld in de situatie van een bedrijf met een onzelfstandig kantoorgebouw met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m2 (een kwetsbaar object) nabij een tankstation (een Bevi-inrichting). Daar waar de planologische mogelijkheden dienen te worden aangepast bestaat een risico op planschade.

Bevi- én planschadeproof

Aangezien de bedragen die gemoeid zijn bij zogenaamde “directe” planschade (nadeel als gevolg van een planologische beperking op het eigen perceel) gemiddeld veel hoger liggen dan bij “indirecte” planschade (nadeel als gevolg van een planologische verandering op het perceel van een derde), is het raadzaam bij overwegingen een bestemmingsplan “Bevi-proof” te maken, advies in te winnen omtrent de planschaderisico’s. Een onafhankelijke deskundige kan immers vaststellen óf er een planschaderisico is te verwachten en, zo ja, van welke omvang.

Tijdig advies voorkomt rampzalige situaties

Bij het tijdig inwinnen van een goed advies weet u waar u aan toe bent na een oproep van de provincie én kunt u planschade-technisch rampzalige situaties voorkomen.

Meer weten?! Neem dan contact op met Yvonne de Looij.