Indien wordt voldaan aan de dubbele redelijkheidstoets komen de kosten voor het inroepen van deskundigenbijstand door een benadeelde voor vergoeding in aanmerking.
Vergoeding van deskundigenkosten bij verzoeken nadeelcompensatie
Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw is het voor een benadeelde binnen het stelsel van nadeelcompensatie mogelijk om, onder voorwaarden, de kosten van de door hem ingeschakelde eigen (juridisch) deskundige vergoed te krijgen (zie onder meer ABRS 1 augustus 1997 AB 1998, 38).
Het toetsingskader voor de vergoeding van de deskundigenkosten is in latere jurisprudentie uitgewerkt in het criterium van de zogenaamde dubbele redelijkheidstoets. De dubbele redelijkheidtoets houdt in dat de kosten van het inroepen van eigen deskundigenbijstand voor vergoeding in aanmerking komen indien het inroepen van de deskundigenbijstand als redelijk is aan te merken en ook de omvang van de kosten als redelijk is aan te merken.
De redelijke inschakeling van een eigen deskundige
Het antwoord op de vraag of en zo ja wanneer het voor een benadeelde redelijk is om een eigen deskundige in te schakelen, is in de rechtspraak al tamelijk helder beantwoord.
Samenvattend kan worden geconcludeerd, dat op basis van de huidige stand van het recht mag worden aangenomen dat de toepassing van het stelsel van nadeelcompensatie geen (hoge) drempels opwerpt ten aanzien van het inroepen van eigen deskundigenbijstand, zowel op juridisch vlak als op financieel vlak.
Zelfs de omstandigheid dat het bestuursorgaan voor de beoordeling van een verzoek om nadeelcompensatie een onafhankelijke deskundige aanstelt, doet aan dit uitgangspunt niets af. Lastiger lijkt echter de vraag wanneer de omvang van de gemaakte kosten van de uiteindelijk ingeschakelde deskundigen als redelijk kan worden aangemerkt.
De redelijke omvang van de kosten van de eigen deskundige
Het is aan het bestuursorgaan om te beoordelen of de gevraagde deskundigenkostenvergoeding als redelijk is aan te merken. Hoewel over deze vraag wel enige jurisprudentie is gewezen, lijkt op voorhand te moeten worden geconcludeerd dat het antwoord op deze vraag sterk afhankelijk is van de bijzondere feiten en omstandigheden van het geval. Toch kunnen uit de jurisprudentie de volgende twee methoden worden onderscheiden.
Zelfstandige beoordeling
De eerste methode omvat een individuele en zelfstandige beoordeling van de omvang van de kosten op basis van een opgave van het aantal bestede uren, de mate van deskundigheid, de tarieven en de complexiteit van het dossier (zie onder meer ABRS 30 mei 2012 201104496/1/T1/A2). Elk verzoek om vergoeding van deskundigenkosten dient uitgebreid te worden beoordeeld en gemotiveerd.
Forfaitaire methode
Bij de andere methode wordt de beoordeling van de mate van de redelijkheid van de omvang van de kosten gekoppeld aan een forfaitaire benadering. Bij uitspraak van 26 maart 2008 (200704590/1) heeft de Afdeling een dergelijke forfaitaire benadering geaccepteerd.
Uit de overwegingen van de Afdeling kan, in samenhang met de recente uitspraak van de 31 oktober 2012 (201202820/1/T1/A2), evenwel worden opgemaakt dat een dergelijke forfaitaire benadering onderdeel moet zijn van een verordening/regeling of in ieder geval van een vaste gedragslijn. Voordeel van een dergelijke benadering is dat op voorhand duidelijkheid wordt verstrekt over het vergoedingsregime.
Tevens beperkt het opnemen van een forfaitaire benadering in een verordening de omvang van de motiveringsplicht bij de individuele besluiten. In de rechtspraktijk wordt met enige regelmaat aansluiting gezocht bij de vergoedingssystematiek van het Besluit Proceskosten Bestuursrecht, hoewel de Afdeling bestuursrechtspraak zich daaromtrent nog niet heeft uitgesproken.
Beheersen van de deskundigenkostenvergoeding
Door het vormen van beleid en het geven van voorlichting richting de benadeelde ontstaat een goede balans in de beoordeling van de vraag of en zo ja tot welke mate de kosten van eigen ingeschakelde deskundigen voor vergoeding in aanmerking kunnen komen en kan er worden voorkomen dat onnodig eigen deskundigen worden ingeschakeld.
Meer weten?! Neem dan contact op met Peter van Bragt.