Claim afhandeling

De reikwijdte van planschadeaanvragen

14 sep 2011

Wat moet er worden beoordeeld naar aanleiding van een planschadeaanvraag?

In AbRS, 29-6-2011, Sint-Oedenrode, 201011547/1/H2, is uitgesproken dat planschade veroorzakende besluiten (planschadegrondslagen), die eerst ter zitting van de rechtbank worden aangevuld, buiten beschouwing dienen te worden gelaten in de beoordeling van de aanvraag.

De Afdeling bestuursrechtspraak lijkt andermaal te bevestigen dat de redactie van de planschadeaanvraag maatgevend is voor wat er moet worden beoordeeld bij een aanvraag om tegemoetkoming in de planschade.

De jurisprudentie laat echter ook zien dat de gemeente én adviseur ook een actieve rol hebben te vervullen bij de interpretatie van die planschadeaanvragen. Die actieve rol gaat verder dan menigeen verwacht. Zelfs in een situatie dat een aanvrager uitdrukkelijk verzoekt om tegemoetkoming in de planschade naar aanleiding van het vervallen van de mogelijkheid tot het bouwen van appartementen op zijn perceel, en in bezwaar, beroep én hoger beroep geen opmerkingen worden gemaakt over het vervallen van andere bouwmogelijkheden op zijn perceel, heeft de AbRS naar aanleiding van de pleitnotitie van aanvrager (!) beslist dat alsnog moest worden onderzocht of het nieuwe bestemmingsplan nadeel heeft veroorzaakt vanwege het vervallen van bepaalde uitbreidingsmogelijkheden van de bestaande villa op het betreffende perceel (AbRS, 1-9-2010, Baarn, 200910087/1/H2).

Lijdelijk maar actief bepalen van de reikwijdte van een planschadeaanvraag

Door de verschillende uitspraken is de reikwijdte van de aanvraag niet direct duidelijk. Wanneer de “actieve rol” van de planschadebeoordelaar, zoals uitgesproken in de uitspraak Baarn, wordt bevestigd, en tegelijkertijd van de planschadebeoordelaar wordt verwacht dat hij de planschadeaanvraag “lijdelijk” volgt, zoals is bevestigd in de uitspraak Sint Oederode, moet de planschadebeoordelaar er zich meer dan ooit van vergewissen dat de reikwijdte van een planschadeaanvraag eenduidig is vastgelegd.

Hoe kan men eenduidig de reikwijdte van een planschade aanvraag vaststellen?

De gemeente moet zich eerst buigen over de vraag of de aanvraag als kennelijk niet ontvankelijk of ongegrond moet worden afgewezen op grond van de “Procedureverordening voor advisering in tegemoetkoming in de planschade”. Vervolgens kan de gemeente samen met de planschadebeoordelaar al bij de eerste beoordeling van de aanvraag overleggen of de aanvraag voldoende concreet is gemotiveerd.

Is het niet eenduidig vast te stellen welke besluiten worden aangewezen als grondslag voor planschade, dan dient in een zo vroeg mogelijk stadium door de aanvrager nadrukkelijk te worden bevestigd welke planologische besluiten worden aangewezen als grondslag voor de beoordeling.

De planschadebeoordelaar zal zich zeker bij de bepaling van de reikwijdte van de aanvraag moeten ontpoppen tot intermediair. Als inhoudelijk specialist en onafhankelijk bewaker van de procesorde biedt “de lijdelijk actieve planschadebeoordelaar” maatwerk.

Meerwaarde van een planschadeadviseur als intermediair

Voor geen van de betrokken partijen is verlenging van de planschadeprocedure wenselijk. Het niet eenduidig genoeg vaststellen van de reikwijdte van een aanvraag kan tot gevolg hebben dat partijen kunnen worden genoodzaakt extra tijd en energie te steken in de behandeling van de (verlengde) procedure.

Er moet ook rekening worden gehouden met extra kosten voor advisering, rentekosten en extra procesrisico’s wanneer het nieuwe besluit aanleiding geeft tot bezwaar en beroep. Een actieve beoordeling van de aanvraag door de gemeente en haar adviseur voorkomt onnodig tijdverlies en zorgt er voor dat de planschade op de juiste grondslagen wordt beoordeeld.

Meer weten?! Neem dan contact op.