Het beoordelen van een verzoek om nadeelcompensatie is in hoge mate een (objectieve) juridische en financiële aangelegenheid. Maar bij het beoordelen van een verzoek om nadeelcompensatie komen ook minder harde aspecten aan de orde, zoals bij het beoordelen en onderbouwen van het aan- of afwezig zijn van causaal verband. Kan je daar als beoordeler van een advies enige grip op krijgen?
Causaal verband
Zeker bij verzoeken om nadeelcompensatie die betrekking hebben op omzetschade (van winkels) speelt bijvoorbeeld het verkrijgen van inzicht in en het beoordelen van het consumentengedrag een belangrijke rol. Benadeelde ondernemers betogen immers dat hun winkel vanwege infrastructurele werkzaamheden slecht tot niet bereikbaar is geweest voor hun klanten. Ter ondersteuning van dergelijke betogen wordt vaak verwezen naar foto’s van opengebroken wegen, provisorische loopvoorzieningen en verkeersborden waarop omleidingsroutes zijn aangegeven. De gestelde schade staat volgens de ondernemer dan ook als vanzelfsprekend in causaal verband met de uitvoering van de werkzaamheden.
De overheid geeft dan vervolgens aan dat bij de uitvoering van de werkzaamheden de bereikbaarheid van de winkels juist zo goed als mogelijk is gewaarborgd, zodat klanten de betreffende winkel altijd hebben kunnen bezoeken. Hiervoor worden vaak maatregelen getroffen die de uitvoering van de werkzaamheden zelf niet eenvoudiger maken.
Consumentengedrag
Op basis van onze ervaring wordt deze tegenstelling ingegeven door de onbekendheid van het consumentengedrag en de aspecten die daarop van invloed zijn. Het consumentengedrag kan worden gedefinieerd als het rationele en niet-rationele complex van gedachten en handelingen van wat een consument doet en zegt bij het kiezen, kopen, gebruiken en vervangen van producten. Het behoeft geen betoog dat over het individuele en collectieve gedrag van consumenten veel literatuur is geschreven en het gaat deze bijdrage en mijn deskundigheid ver te boven om daarop uitgebreid in te gaan.
Dit neemt niet weg dat de perceptie van hoe consumenten zich gedragen bij wegwerkzaamheden betrokken dienen te worden bij de beoordeling van een verzoek om nadeelcompensatie. Immers, uitsluitend in het geval dat de (objectief) berekende omzetdalingen ook daadwerkelijk direct en oorzakelijk aan de uitgevoerde wegwerkzaamheden kunnen worden toegerekend, kan de daaruit voortvloeiende schade voor tegemoetkoming in aanmerking komen. Dit betekent dat bij het beoordelen van het causaal verband betekenis moeten worden toegekend aan het consumentengedrag en de invloed daarop van de wegwerkzaamheden. En zoals hiervoor al is aangegeven, is een dergelijke beoordeling van een zachter karakter dan het cijfermatig berekenen van de omzetontwikkeling. En dan wordt het lastig om te beoordelen hoe en waarom een deskundige tot een conclusie op dit punt komt…
Beïnvloedbaar consumentengedrag
Consumentengedrag is vooral onvoorspelbaar en slechts deels te beïnvloeden. Iedere ondernemer zal met enige regelmaat ervaren dat zijn of haar pogingen om een consument te beïnvloeden de ene keer beter werkt dan de andere keer. Dit is een belangrijke vaststelling, want op basis hiervan kan worden geconcludeerd dat (alle goede bedoelingen ten spijt) niet alle maatregelen om een winkel bereikbaar te houden, ertoe zullen leiden dat de consument de weg naar de winkel ook zal of wil vinden. Bijvoorbeeld, een consument rijdt soms liever behoorlijk om dan dat hij of zij een paar meter langs een opengebroken weg moet lopen…
Eén van de meest onderscheidende aspecten is de afhankelijkheid van de bedrijfsvoering van impulsaankopen en passanten. Gesteld kan worden dat met name winkels die gericht zijn op impulsaankopen en passanten sneller de nadelige invloed van werkzaamheden zullen ervaren. Immers, minder passanten betekent minder impulsaankopen en dus een lagere omzet. Deze ontwikkeling kan vaak worden gezien bij “generieke” producten, zoals brandstof, kranten en tabak. Een euro loodvrije benzine is bij het ene station immers niet beter of anders dan bij het andere station.
Bedrijven die zich richten op een specifiekere (vaste) doelgroep en “meer onderscheidende” producten aanbieden, zullen tot op zekere hoogte minder (snel) overlast ervaren van werkzaamheden, zolang de feitelijke bereikbaarheid ook daadwerkelijk gewaarborgd wordt. Het onderscheidende karakter en de toegevoegde waarde van de producten rechtvaardigt voor de consument vaak de extra inspanning die geleverd moet worden. Pas als de hinder en overlast erg groot worden, zal de consument zijn aankoop uitstellen of elders verrichten.
Consumentengedrag en de nadeelcompensatie advisering
De bovenstaande voorbeelden zijn uiteraard exemplarisch en hebben, zoals het consumentengedrag betaamt, geen absolute voorspellende betekenis. Dit neemt evenwel niet weg dat bij het beoordelen van een verzoek om nadeelcompensatie nadrukkelijk aandacht geschonken dient te worden aan de aard en het karakter van het getroffen bedrijf, de doelgroep en het gedrag van de consument dat past bij een dergelijk bedrijf.
De sectie Nadeelcompensatie van SAOZ betrekt en beoordeelt deze aspecten altijd uitvoerig bij het beoordelen van een verzoek om nadeelcompensatie.
Meer weten?! Neem dan contact op met Peter van Bragt.