Planvorming

De impact van duurzaam bouwen

28 jun 2011

Duurzaam bouwen wordt in de Nederlandse markt nog niet op grote schaal toegepast. Binnen de kring van ontwikkelaars, aannemers, beleggers en eindgebruikers bestaat nog geen grote druk om de vaak kostenverhogende investeringen te plegen. De afgelopen jaren hebben de websites en brochures van de aanbieders van vastgoed alvast in belangrijke mate een groen karakter gekregen. Of de projecten daadwerkelijk groen zijn, is niet altijd goed in te schatten.

De vraag als kracht achter de ontwikkelingen

Het doorzetten van de groene trend zou wel eens kunnen afhangen van:

  • de overheid (het handhaven van bestaande normen, het bouwbesluit, plaatselijke programma’s, voorschriften in bestemmingsplannen ten behoeve van energieopwekking en andere milieuvriendelijke elementen);
  • het afspreken van internationale certificeringen (zodat de gebruikers weten waar ze aan toe zijn en vastgoed onderling kan worden vergeleken);
  • ontwikkelingen aan de vraagzijde.

Vooral de ontwikkelingen aan de vraagzijde zijn interessant. Naast algemene milieuvoordelen en een gebouw met een goed werkklimaat, zal een lager energieverbruik leiden tot lagere servicekosten van de huurder. Als dit kan worden vertaald in een hogere huur, dan ontstaat de kans op een hogere waardering van het vastgoed.

Zodra ook de grote (eind)gebruikers zoals de overheid en beleggers besluiten dat duurzaamheid een vast onderdeel wordt van hun beleid, dan zou groen bouwen wel eens een gegeven kunnen worden. Zo werken sinds maart 2011 elf wereldwijd opererende pensioenfondsen samen aan een nieuwe benchmark voor duurzaam vastgoed (GRESB).

Voor eigenaren van vastgoed en initiatiefnemers betekent dit dat de focus van de (eind)gebruikers verschuift naar duurzaam onroerend goed (nieuwbouw en gerenoveerde gebouwen). De concurrentie tussen gebouwen neemt toe, en een deel van de bestaande bouw zal niet kunnen voldoen aan de hogere eisen. Het zal moeilijker worden om voor deze gebouwen gebruikers te vinden.

Alvast gaan nadenken over alternatieven

Eigenaren van bestaand vastgoed, die de concurrentieslag dreigen te gaan missen, zullen in een vroeg stadium de mogelijkheden van functieveranderingen, uitbreiding, verkleining, sloop en nieuwbouw moeten gaan bestuderen. Het veranderen van de bouw- en gebruiksmogelijkheden gaat gepaard met planologische mutaties en daarom zal overleg met de gemeenten dienen plaats te vinden.

Tijd om alle mogelijkheden tegen het licht houden

Door de relatief hoge kosten leidt het herontwikkelen van bestaand vastgoed in de regel tot lastige rekensommen, en zijn er specifieke RO taxaties nodig. Er is extra tijd nodig om overeenstemming te bereiken over de alternatieven, het in de markt zetten van een project vereist timing, en het vergt extra inspanning om de begrotingen rond te krijgen. Win als initiatiefnemer in een zo vroeg mogelijk stadium kritisch advies in, zodat er tijd is om alle opties zorgvuldig door te nemen.

Meer weten?! Neem dan contact op met Johan Geleijns.