Daar waar de overheid een infrastructureel project in voorbereiding heeft, of het nu gaat om een herinrichting van een weg of het versterken van een waterkering, ontmoeten burgers, ondernemers en overheden elkaar; eerder sneller dan later. Helaas leert de praktijk ook dat alle inspanningen voor dialoog en participatie niet altijd leiden tot een merkbare afname van de proceduredruk bij de rechter.
Omgevingsdialoog bij nadeelcompensatie
Het is niet wijd bekend en het zal menigeen wellicht verrassen, maar mijn academische oorsprong ligt niet in het nadeelcompensatierecht, maar in de bestuurswetenschap. In het bijzonder in het onderzoek naar complexe besluitvormingsprocessen en de dynamiek tussen de overheid en burger bij infrastructurele projecten.
Wat wel herkenbaar zal zijn, is dat deze dynamiek ook in de nadeelcompensatiepraktijk aan de orde van de dag is. Om deze ontmoetingen in goede banen te leiden, wordt informatie gedeeld, inspraak georganiseerd en participatie gestimuleerd. Wat dat betreft is de verplichte omgevingsdialoog van de Omgevingswet niet nieuw en ook niet bijzonder.
De gemiddelde burger/ondernemer lijkt de omgevingsdialoog echter meer als een omgevingsmonoloog te ervaren. De burger ervaart niet dat er echt wordt geluisterd. Er ontstaat geen draagvlak en dan is de weg naar de rechter snel gemaakt, met alle gevolgen van dien.
De kiem voor de ontevredenheid heeft naar mijn idee te maken met het managen van verwachtingen. De overheid heeft nu eenmaal bepaalde infrastructurele verplichtingen. Daar valt zelden aan te ontkomen; ook niet in een omgevingsdialoog.
Kommer en kwel of een kans?
Het voorgaande lijkt allemaal kommer en kwel te zijn, maar niets is minder waar. Ik ervaar in mijn praktijk namelijk in toenemende mate dat, daar waar -vanaf het allereerste begin- de verwachtingen op een redelijke, transparante en begripvolle wijze worden neergezet door de overheid, de meeste burgers en ondernemers daar echt wel begrip voor hebben. Een transportbedrijf begrijpt als geen ander dat een provinciale doorgaande weg zo nu en dan moet worden onderhouden. Een bewoner van een polder begrijpt dat waterstaatkundige maatregelen nodig zijn.
Waar zit de echte “pijn”?
De crux zit vaak niet zozeer in het project zelf, maar in de gevolgen van de uitvoering van het project en de (financiële) gevolgen daarvan. In meerdere projecten waarbij SAOZ is betrokken blijkt dat als de overheid in de voorbereiding van het project op een open en transparante manier rekening houdt met de gevolgen van het project, dit het draagvlak van het project als geheel kan vergroten. Het gaat daarbij niet alleen om menselijk begrip, maar ook om het bieden van een realistisch en haalbaar perspectief voor alle betrokken partijen naar de toekomst toe.
Voor een transportondernemer kan het al voldoende zijn om te weten welke informatie de overheid later nodig heeft om een verzoek om schadevergoeding goed en vlot te beoordelen. De ondernemer kan hiermee rekening houden, wellicht zijn administratie daarop beter inrichten, zodat hij later, als het nodig is, direct de juiste informatie kan verstrekken voor de beoordeling van zijn verzoek om nadeelcompensatie.
Be First, be Smarter, or…..
In de, overigens indrukwekkende, film “Margin Call” wordt door een personage het volgende gezegd.
There are three ways to make a living in this business: be first, be smarter, or cheat. Well, I don’t cheat.
In de rechtspraktijk is het goed gebruik om overwegingen, die niet helemaal passen op de casus, analoog toe te passen. Ik wil dat ook doen met deze quote en dan met name het eerste deel “Be First”, ofwel: wees de eerste. Anders gezegd: neem zelf het initiatief en betrek burgers en ondernemers zo snel als mogelijk bij het voorbereidingsproces. Wacht daarmee niet tot het moment dat de vragen jou bereiken, want dan sta je al 1-0 achter.
Niet alleen om het project uit te leggen of om te onderzoeken of er op onderdelen nog aanpassingen mogelijk zijn, maar -althans vanuit de nadeelcompensatiepraktijk- in het bijzonder om zo vroeg als de mogelijk de (nadelige) gevolgen te inventariseren en deze in gezamenlijkheid realistisch te onderzoeken en te bespreken.
Het is natuurlijk geen verrassing dat SAOZ, vanuit onze expertise, een rol kan spelen in dit onderzoek. Uiteraard niet naar de vraag of een dijk wel of niet versterkt moet worden, maar wel naar de vraag of er risico’s zijn op financiële nadelen bij één of meer belanghebbenden.
Meer weten over deze materie?! Neem dan contact op met Peter van Bragt.