Afwijkingsbevoegdheid

Kanalisering van planschaderisico door afwijkingsbevoegdheden blijft mogelijk

29 mrt 2023

Het beperken van risico op “directe planschade” door het opnemen van afwijkingsbevoegdheden in bijvoorbeeld parapluplannen blijft mogelijk, maar de wijze waarop vergt door jurisprudentie wel steeds meer aandacht…

Hoe werkt het wettelijk ook alweer?

In onze vorige nieuwsbrief gaf ik al aan dat op basis van artikel 6.1 lid 6 Wro een eigenaar eerst om afwijking dient te vragen voordat een aanvraag om tegemoetkoming in planschade wegens het “achter een afwijkingsbevoegdheid zetten” van aanwendingsmogelijkheden kan worden ingediend. De tot nu toe enige “jurisprudentiële adder onder het gras” was daarbij dat in recente jurisprudentie de Afdeling heeft ingegrepen door als extra voorwaarde te stellen dat het aanvragen van afwijking voor de betrokkene niet onredelijk belastend mag zijn.

Nieuw aandachtspunt bij het “achter een afwijkingsbevoegdheid zetten”: de Dienstenrichtlijn

Waar de jurisprudentie rondom de systematiek van artikel 6.1 lid 6 Wro zich tot nu toe alleen richtte op het stadium van de planschadeclaims, is daar nu aan “de voorkant”, namelijk in het stadium van de vaststelling van het parapluplan c.q. het beoordelen van de geoorloofdheid daarvan, een aandachtspunt bijgekomen: de Europese Dienstenrichtlijn. Deze Dienstenrichtlijn bevat onder meer een verbod op discriminatie, verwoord in de artikelen 15 en 20 van deze richtlijn.

Verbod permanente huisvesting van arbeidsmigranten strijdig met Dienstenrichtlijn

In de uitspraak ABRvS 01-01-2023, ECLI:NL:RVS:2023:419 (Bergen Lb) heeft de Afdeling een parapluplan dat de huisvesting van arbeidsmigranten in horecapanden verbood behoudens afwijking getoetst aan de Dienstenrichtlijn en daarbij geconcludeerd, dat het parapluplan deze toets niet kon doorstaan. De kernoverweging van de uitspraak luidt als volgt:

“Gelet op de omstandigheid dat in de plantoelichting is opgenomen dat de mogelijkheid om internationale werknemers te huisvesten op de gronden die bestemd zijn voor “Horeca” en “Gemengd” met dit paraplubestemmingsplan juridisch-planologisch wordt uitgesloten, kan de Afdeling het niet anders begrijpen dan dat er sprake is van indirecte discriminatie. Reeds omdat de raad heeft nagelaten om deze indirect discriminerende behandeling gemotiveerd te rechtvaardigen, ziet de Afdeling geen aanleiding voor een verdere bespreking van het betoog met betrekking tot de Dienstenrichtlijn”.

Wat nu?

Is het met de uitspraak “Bergen Lb” onmogelijk geworden om de huisvesting van arbeidsmigranten te reguleren? Naar onze mening zou deze conclusie te ver gaan. Het onderliggende probleem is namelijk niet zozeer dat er buitenlandse arbeidsmigranten in horecapanden (of vakantieparken) gehuisvest worden, maar dat überhaupt sprake is van verkapt (semi)permanent woongebruik op locaties met een toeristisch-recreatieve bestemming, hetgeen door veel gemeenten als onwenselijk wordt gezien.

Tips

Concreet geven wij de volgende tips: abstraheer in zowel de toelichting als in de regels van het parapluplan van doelgroepen. Maak dus niet “woongebruik door buitenlandse werknemers” voorwaardelijk, maar doe dat voor “(semi)permanent woongebruik van horecapanden en vakantieparken”, ongeacht om welke doelgroep het gaat. Daarmee zou een parapluplan wellicht wèl de eindstreep halen.

Voor de beperking van planschaderisico blijven de tips actueel om de voorwaarden voor afwijking zo min mogelijk in de afwijkingsbevoegdheid zelf op te nemen maar zoveel mogelijk in de toelichting van het bestemmingsplan, en om de voorwaarden voor afwijking niet helemaal dicht te timmeren maar een reële ruimte voor afwijking over te laten.

Wat kan SAOZ voor u doen?

SAOZ adviseert van oudsher gemeenten over de planschaderisico’s van parapluplannen en bestemmingsplannen waarbij “ongewenste functies” worden wegbestemd. Ook voor uw specifieke situatie kan SAOZ u op maat adviseren.

Meer weten?! Neem dan contact op met Kees van der Lee.