Bij woningbouwprojecten denkt men vaak in de eerste plaats aan Planschade. Maar kunnen als gevolg van woningbouwontwikkelingen ook risico’s op nadeelcompensatie ontstaan. En hoe gaat u als initiatiefnemer hiermee om?
Knippen, concurrentie en nadeelcompensatie
Woningbouwontwikkelingen in de bestaande stedelijke omgeving zijn vaak een samenspel tussen meerdere belangen. Hierbij hoeft niet alleen te worden gedacht aan bestaande woningeigenaren, maar ook bijvoorbeeld aan in de omgeving aanwezige winkels, restaurants en overige bedrijven. Wat vinden bestaande ondernemers er bijvoorbeeld van als in de nieuwe ontwikkeling bijvoorbeeld nieuwe winkelruimten worden gerealiseerd? Of wat gebeurt er als er ten behoeve van de verkeersveiligheid verkeerskundige maatregelen worden getroffen in de omliggende wegen, zoals de bekende verkeerskundige knip of het verplaatsen van bus- of tramhaltes?
Wanneer nadeelcompensatie
Zoals wij al eerder hebben aangegeven, zijn planschade en nadeelcompensatie beide een bestuursrechtelijk schadevergoedingsstelsel. Echter, waar planschade een formeel-wettelijke schadegrondslag heeft in artikel 6.1 Wro, met de daarbij behorende limitatieve opsomming van de schadeoorzaken, heeft nadeelcompensatie een bredere toepassing. Binnen het stelsel van nadeelcompensatie kan om een schadevergoeding worden verzocht indien de schadeoorzaak een rechtmatige uitoefening van een publiekrechtelijke taak of bevoegdheid van een bestuursorgaan is en deze schadeoorzaak niet valt onder een wettelijke schadegrondslag, zoals artikel 6.1 Wro.
Dit betekent dat bij binnenstedelijke woningbouwontwikkelingen het stelsel van nadeelcompensatie van toepassing kan zijn. Vooral wanneer niet alleen een wijziging van de planologie vereist is, maar ook besluitvorming met betrekking tot de aanpalende publieke ruimte, bijvoorbeeld vanwege invoeren van een infrastructurele knip of het verplaatsen van een bus- of tramhalte.
Welke vormen van schade
Bij planschade gaat het vaak om vermogensschade vanwege de waardevermindering van een onroerende zaak, al heb ik in een eerdere nieuwsbrief aangegeven dat ook (tijdelijke) inkomensschade voor beoordeling in aanmerking kan komen.
Bij nadeelcompensatie gaat het in de regel om inkomensschade van bedrijven en vaak om tijdelijke inkomensschade. Maar ook hier geldt dat andere vormen van schade, zoals bijvoorbeeld vermogensschade in de vorm van waardevermindering, aantasting van het woongenot of permanente inkomensschade kunnen voorkomen.
Wat betekent dit voor de praktijk
Zeker in een stedelijke omgeving komt het vaak voor dat meerdere juridische besluitvormingskaders van toepassing zijn om een bepaalde ontwikkeling mogelijk te maken. Hierbij kan dus worden gedacht aan een wijziging van het planologische regime, maar ook aan het wijzigen van de infrastructuur, zoals het aanbrengen van verkeersbeperkende of -geleidende voorzieningen.
Deze maatregelen vereisen niet altijd een formeel (verkeers)besluit, maar kunnen in de regel wel worden aangemerkt als een rechtmatige uitoefening van een publiekrechtelijke taak of bevoegdheid. Immers, ook feitelijke handelingen vallen onder het stelsel van nadeelcompensatie.
Dit betekent dat als een belanghebbende van een dergelijke maatregel hinder en overlast ondervindt en mogelijk zelfs schade lijdt, deze belanghebbende een verzoek om schadevergoeding kan indienen die dan binnen het stelsel van nadeelcompensatie beoordeeld dient te worden.
Waarmee moet u rekening houden
Bij een voorgenomen planologische wijziging komt het regelmatig voor dat vooraf een risicoanalyse wordt uitgevoerd. Dit is, vanwege het vrij theoretische beoordelingskader, een uiterst nuttig instrument dat kan worden gebruikt bij het besluitvormingsproces.
Een dergelijke risicoanalyse is ook goed mogelijk voor voorgenomen maatregelen waarvan de mogelijke nadelen binnen het stelsel van nadeelcompensatie beoordeeld dienen te worden. De uitkomsten van een dergelijke analyse kunnen niet alleen intern voor de besluitvorming worden gebruikt, maar kunnen ook gebruikt worden om draagvlak bij de omgeving te creëren.
Meer weten?! Neem dan contact op met Peter van Bragt.