Sinds de introductie van het normaal maatschappelijk risico in het planschaderecht (effectief vanaf 1 september 2010) heeft het fenomeen “normaal maatschappelijk risico” een behoorlijk dempende invloed gehad op de uit te keren planschadebedragen. Dat lijkt voor bestuursorganen en initiatiefnemers mooi, maar het heeft ook een keerzijde.
Normaal maatschappelijk risico planschade uitgekristalliseerd
Meer dan een decennium na de introductie van het normaal maatschappelijk risico in het planschaderecht weten we wat de contouren daarvan bij waardevermindering zijn: de aftrek is tenminste 2% van de maatgevende waarde en ten hoogste 5% daarvan, afhankelijk van de vraag in welke mate de ontwikkeling in de structuur van de omgeving en het langjarige gemeentelijke beleid past.
Het planschadestelsel wordt gaandeweg opgevolgd door het stelsel van nadeelcompensatie van de Omgevingswet, waarin voor waardevermindering een vaste aftrek van 4% van de maatgevende waarde moet worden aangehouden. Het normaal maatschappelijk risico heeft zich dus ontwikkeld van “genuanceerd stelsel” naar “eenheidsworst”. Wat niet gewijzigd is, is dat bestuursorganen wettelijk gezien niet mogen afzien van de toepassing van het forfait, zo blijkt uit toepasselijke jurisprudentie (ECLI:NL:RVS:2012:BW9537).
Normaal maatschappelijk risico als struikelblok in de omgevingsdialoog
De “besparing” op uit te keren planschade lijkt voor bestuursorganen en initiatiefnemers gunstig, maar de andere kant van de medaille is dat “de omgeving” ook weet dat een fors deel van eventueel financieel nadeel voor eigen rekening blijft, waardoor in het voortraject van een ontwikkeling vaak de messen worden geslepen. Alle goede bedoelingen en transparantie ten spijt kan de omgevingsdialoog dit niet wegnemen. Zoals wij al in een eerdere blog aangaven, verstoort het normaal maatschappelijk risico het “level playing field” in de omgevingsdialoog, omdat omwonenden voor hun gevoel daar al aan beginnen met een achterstand.
Gemeenten kunnen niet om het normaal maatschappelijk risico heen; initiatiefnemers wél!
Hoe maak je het normaal maatschappelijk risico van een struikelblok naar een kans, ofwel van “zand in de machine” naar “olie in de machine”? Ons antwoord voor initiatiefnemers is: maak van het normaal maatschappelijk risico een “bargaining tool”. Biedt omwonenden aan om geen, dan wel een lagere aftrek wegens normaal maatschappelijk risico toe te passen. De initiatiefnemer kan hiermee draagvlak creëren (en onnodig procederen voorkomen) en voor de omgeving is het resultaat gunstiger dan het resultaat dat volgt uit een officiële schadeprocedure.
SAOZ helpt!
SAOZ helpt initiatiefnemers niet alleen met het inzichtelijk maken van de financiële risico’s van ontwikkelingen, maar kan initiatiefnemers ook ondersteunen in de omgevingsdialoog en, in de fase daarna, bij het individueel vaststellen van schade.
Meer weten over deze materie?! Neem dan contact op met Kees van der Lee.