Nadeelcompensatie

Rechtsbescherming nadeelcompensatie nu ook bij kantonrechter mogelijk

20 dec 2011

Verruimde bevoegdheden kantonrechter

Per 1 juli 2011 worden juridische geschillen waarmee een belang van maximaal € 25.000,– is gemoeid, behandeld door de kantonrechter in plaats van voorheen de civiele sector van de arrondissementsrechtbank.

Anders dan bij de civiele sector van de rechtbank geldt bij de kantonrechter geen verplichte procesvertegenwoordiging door een advocaat/procureur, hetgeen betekent dat de betrokken procespartijen hun standpunten zelfstandig kunnen bepleiten voor de kantonrechter.

Voorts is bepaald dat de griffierechten in een kantonprocedure (veel) lager zijn dan in een civiele procedure bij de arrondissementsrechter. De wetgever heeft met deze aanpassing beoogd de toegang tot de rechter voor burgers te verbeteren.

Gevolgen voor rechtsbescherming nadeelcompensatie

De vraag kan worden gesteld waarom deze wijziging van de competentie van de kantonrechter van belang is voor de overheidspraktijk. Dit belang kan worden gevonden in de wijze van rechtsbescherming binnen het overheidsaansprakelijkheidsrecht, en in het bijzonder bij het stelsel van nadeelcompensatie.

Immers, binnen het stelsel van nadeelcompensatie dient de rechtsbescherming in sommige gevallen te worden gezocht bij de bestuursrechter en in andere gevallen bij de civiele rechter.

In de regel dient een beslissing van een bestuursorgaan op een verzoek om schadevergoeding ten titel van nadeelcompensatie te worden aangemerkt als een zuiver schadebesluit.

Dit schadebesluit is voorts appellabel (dus aanvechtbaar bij de bestuursrechter) indien het schadeveroorzakend besluit ook appellabel was, of indien op het verzoek om schadevergoeding een nadeelcompensatieregeling van toepassing is.

Indien echter deze zogenaamde procedurele connexiteit ontbreekt, dan dient het zuivere schadebesluit te worden aangevochten bij de civiele rechter. Tot 1 juli 2011 betekende deze procesgang bij de civiele rechter dat appellanten verplichte procesvertegenwoordiging dienden in te schakelen, met alle kosten en moeite die daarbij hoorden.

Het gevolg hiervan was dat, zeker indien de financiële belangen niet al te groot waren, de (beweerdelijke) benadeelden, hun verlies namen en niet naar de rechter stapten. Met de hiervoor genoemde bevoegdheidsverruiming van de kantonrechter is het voor degenen die het niet eens zijn met de inhoud van een niet appellabel zuiver schadebesluit eenvoudiger en goedkoper geworden om (alsnog) een civielrechtelijke juridische procedure op te starten.

Men hoeft zich immers niet meer te laten bijstaan door een (dure) advocaat. Dit betekent dat mensen zichzelf kunnen vertegenwoordigen of zich kunnen laten bijstaan door deskundigen op basis van no cure no pay.

Gevolgen voor de nadeelcompensatiepraktijk

In principe zou deze wijziging geen grote gevolgen moeten hebben voor de inhoudelijke beoordeling van verzoeken om nadeelcompensatie. Immers, de inhoudelijke beoordeling van een verzoek om nadeelcompensatie behoort altijd op dezelfde wijze te geschieden, ongeacht of de rechtsbescherming bij de bestuursrechter of de civiele rechter gezocht moet worden.

Dit betekent derhalve dat het besluit op zorgvuldige wijze moet worden voorbereid en gemotiveerd. De burger kan zich, in zijn algemeenheid, in toenemende mate minder snel verenigen met de inhoud van overheidsbesluiten en verzet zich in toenemende mate daartegen.

Dit gebeurt zeker in die gevallen dat het besluit niet zorgvuldig genoeg (in de ogen van de verzoekers) is voorbereid of niet voldoende is gemotiveerd. Het is derhalve goed om, mede gegeven de verruiming van de bevoegdheden van de kantonrechter, ook de schadebesluiten die niet bij de bestuursrechter terecht kunnen komen, op een zeer zorgvuldige wijze voor te bereiden en te motiveren.

Daar waar voorheen met een enigszins pragmatische (en opportunistische) gedachte kon worden verondersteld dat het procesrisico beperkt was, lijkt dat thans niet meer aan de orde.

Omvang extra verzoeken kan meevallen
Dit zou ertoe kunnen leiden dat zorgvuldig voorbereide en goed gemotiveerde besluiten, sneller door de ontvangers worden geaccepteerd, waardoor de verruimde competentie van de kantonrechter niet automatisch hoeft te leiden tot meer procedures.

Meer weten?! Neem dan contact op Peter van Bragt.