In onze nieuwsbrieven besteden wij regelmatig aandacht aan het normaal maatschappelijk risico. Terecht, want de rechtspraak op dat onderwerp is in ontwikkeling en dus van belang voor de adviespraktijk. Een ander belangrijk onderwerp, dat grote invloed heeft op de uitkomsten van de beoordeling van nadeelcompensatie, blijft echter vaak onderbelicht: het causale verband.
Het normaal maatschappelijk risico mag dan volop in de belangstelling staan, doch aan het beoordelen daarvan wordt pas toegekomen als er daadwerkelijk sprake is van aan de gestelde schadeoorzaak toerekenbare schade.
Dit betekent dat in de praktijk eerst moet worden onderzocht of er sprake is van schade (nadeel) en zo ja, of deze schade geheel of gedeeltelijk kan worden toegerekend aan de gestelde schadeoorzaak. Dit onderzoek heeft deels een financieel karakter en deels een juridisch karakter. In deze nieuwsbrief wordt ingegaan op het schadevereiste bij inkomensschade en de daarbij behorende onderzoeksvragen.
Vereiste van schade
Het vereiste van schade brengt met zich mee dat de benadeelde als gevolg van de schadeoorzaak in een financieel nadeliger situatie is komen te verkeren ten opzichte van de situatie waarbij de schadeoorzaak niet aan de orde was geweest.
In de praktijk betekent dit bij ondernemers, dat zij gedurende een bepaalde schadeperiode een lager bedrijfsresultaat hebben gerealiseerd dan zij hadden mogen verwachten. Dit kan het gevolg zijn van een lagere brutowinst op verkopen of van een toename van de bedrijfskosten.
Uiteraard is een combinatie ook mogelijk. In een uitzonderlijk geval kan zelfs de situatie zich voordoen dat het bedrijfsresultaat in de schadeperiode niet lager is dan de periode waarmee het bedrijfsresultaat wordt vergeleken (de referentieperiode) maar er toch sprake is van schade. Althans als de ondernemer in kwestie kan aantonen dat het bedrijfsresultaat, de schadeoorzaak weggedacht, nog hoger had kunnen en moeten zijn.
Aantonen van schade
In het verlengde van de laatste opmerking is van belang dat deze bewijslast ten aanzien van de aard en omvang van de schade (en ook het causaal verband) volgens vaste rechtspraak is gelegen bij de benadeelde ondernemer zelf en niet bij het bestuursorgaan. Het is dus aan de ondernemer om het bestuursorgaan te voorzien van de benodigde financiële informatie.
Indien de ondernemer niet aan deze verplichting voldoet, kan de aanvraag worden afgewezen omdat dan de aard en omvang van het toerekenbare nadeel niet kan worden bepaald. Met name dit besef is bij bestuursorganen niet altijd gemeengoed, dit terwijl een kritische eerste beoordeling van overgelegde stukken kan zorgen voor het voorkomen of beperken van problemen in een later stadium van een nadeelcompensatieprocedure.
Berekenen en toerekenen van schade
Voor het berekenen van de schade en het uiteindelijk vaststellen van de mate van toerekenbaarheid bestaan diverse rekenkundige methodieken. Volgens vaste rechtspraak is er geen sprake van een dwingend voorgeschreven wijze voor het berekenen van de schade, zolang maar niet stelselmatig de (voor de ondernemer uiteraard) meest nadelige methodiek wordt gekozen. In de regel wordt een methodiek gehanteerd die uitgaat van het verloop van de omzetten in euro’s, de daarmee gerealiseerde brutowinst en de van de omzet afhankelijke kosten.
Bij dat laatste kan worden gedacht aan omzet afhankelijke personeelskosten of huurkosten. Als uitzondering kan worden genoemd bedrijven die brandstof verkopen. Bij dergelijke bedrijven vertrekt de schadeberekening, vanwege het volatiele karakter van de dagprijzen, in beginsel vanuit het verkochte volume aan product, dus het aantal verkochte liters.
Met name in gevallen dat de te beoordelen schade-oorzaak slechts één van vele mogelijke schade-oorzaken is, is het lastig om eventueel gebleken inkomensderving aan de verschillende schade-oorzaken toe te rekenen. Steeds vaker komt ook een samenloop met planschade voor. Daarnaast dient bij de schadeberekening rekening te worden gehouden met andere ontwikkelingen, zoals brancheontwikkelingen, concurrentieverhoudingen en overige marktomstandigheden.
Hoe om te gaan met schadeverzoeken vanwege inkomensschade
Uit het bovenstaande blijkt dat met name het berekenen van de gestelde schade en het bepalen van het causale verband een specialistische kennis vereist, zeker in het geval dat de benadeelde ondernemer zelf deskundige bijstand heeft ingeschakeld.
Van belang is immers dat één en ander moet leiden tot een zorgvuldig voorbereid en voldoende gemotiveerd besluit. De voordelen van een deugdelijk voorbereid en gemotiveerd besluit blijken ook uit de rechtspraak.
SAOZ beschikt over de benodigde specialistische kennis, zowel financieel als juridisch en kan u dan ook op een gedegen wijze adviseren over de wijze waarop u met dergelijke schadeverzoeken moet omgaan.
Meer weten?! Neem dan contact op met Peter van Bragt.