Nadeelcompensatie

Verduidelijking van de reikwijdte van de voorrangsregeling artikel 7.16 Waterwet

12 dec 2018

Bij uitspraak van 26 september 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:3120) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verduidelijking gebracht in de betekenis van de voorrangsregeling van artikel 7.16 Waterwet. Hoewel het een planschade-uitspraak betreft, heeft de uitspraak ook belang voor de nadeelcompensatiepraktijk, zeker voor wat betreft de samenhang van artikel 7.14 Waterwet en artikel 6.1 Wro.

Het schadevergoedingslabyrint bij waterbergingsgebieden

De schadevergoedingsregeling als gevolg van het aanwijzen, inrichten en in gebruik nemen van waterbergingsgebieden is eerder als een juridisch labyrint bestempeld. Immers, voordat een waterbergingsgebied feitelijk in gebruik kan worden genomen, moet het gebied worden aangewezen, in de Legger worden opgenomen, in het bestemmingsplan worden geregeld en uiteindelijk ingericht worden. Ieder van deze juridische stappen kan schade veroorzaken die, zonder nadere coördinatie, beoordeeld zou moeten worden op basis van verschillende schadevergoedingsstelsels, zoals artikel 7.14 Waterwet en/of artikel 6.1 Wro.

Om een sporen-discussie te voorkomen, heeft de wetgever in artikel 7.16 Waterwet een voorrangsregeling opgenomen. Doel van deze regeling is om alle de door de uitoefening van taken of bevoegdheden in het kader van het waterbeheer veroorzaakte schade onder de werking van de Waterwet af te handelen. Echter, in eerdere uitspraken heeft de Afdeling enige verwarring veroorzaakt over de reikwijdte en toepassing van deze voorrangsregeling en de onderlinge verhoudingen tussen bijvoorbeeld artikel 7.14 Waterwet en artikel 6.1 Wro.

Zo oordeelde de Afdeling in haar uitspraak van 25 februari 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:530) dat een benadeelde niet alleen op grond van artikel 7.14 Waterwet schade kan claimen bij de waterbeheerder, maar ook (voor de waardevermindering vanwege een dubbelbestemming) schade kan claimen op grond van artikel 6.1 Wro. Hiermee leek de Afdeling voorbij te gaan aan de voorrangsregeling van artikel 7.16 Waterwet, hetgeen in de rechtspraktijk tot vragen heeft geleid.

De uitspraak van 26 september 2018

In haar uitspraak van 26 september 2018 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gelukkig (ambtshalve) een einde gemaakt aan deze verwarring.

De Afdeling overwoog het volgende:

“Anders dan zou kunnen worden afgeleid uit de rechtspraak van de Afdeling over bestemmingsplannen, is er op grond van artikel 7.16 Waterwet geen samenloop mogelijk van zowel schadevergoeding op grond van artikel 7.14 Waterwet als tegemoetkoming in planschade op grond van Afdeling 6.1 van de Wro”.

De Afdeling concludeert vervolgens dat uit de Memorie van Toelichting en de tekst van de bepaling van artikel 7.16 Waterwet zelf volgt dat dit artikel een voorrangsregeling bevat die inhoudt dat indien een belanghebbende een schadevergoeding als bedoeld in artikel 7.14 Waterwet vraagt of kan vragen, Afdeling 6.1 van de Wro dus niet van toepassing is.

Met deze mooie ambtshalve overweging is een einde gekomen aan de verwarring die door de eerdere uitspraken is ontstaan. De voorrangsregeling van artikel 7.16 Waterwet is een zuivere voorrangsregeling, waarbij de afhandeling van schade als gevolg van schadeveroorzakende maatregelen van een waterbeheerder, waarbij ook een planologisch element betrokken is, volledig en integraal door de waterbeheerder plaatsvindt.

Wat betekent dit voor de praktijk

Voor de praktijk leidt deze uitspraak in ieder geval tot een verheldering van de bevoegdheden tussen meerdere bestuursorganen, hetgeen de duidelijkheid voor de burger alleen maar kan bevorderen. Het is nu eenvoudiger dan voorheen om een eventueel verzoek om schadevergoeding vanwege waterbergingsgebieden direct aan het juiste bestuursorgaan te richten.

Er blijven overigens nog wel wat vragen openstaan, zoals over het verjaringscriterium (vanwege het ruime tijdsverloop tussen de verschillende stappen) en de materiële vergelijkingsgrondslag. Wordt bijvoorbeeld bij dit laatste aspect het systeem van de Tracéwet gevolgd of niet?

Meer weten?! Neem dan contact op met Peter van Bragt.