Nadeelcompensatie

Wat is dat ook alweer, processuele connexiteit?

29 sep 2015

Veel ontwikkelingen in het stelsel van nadeelcompensatie hebben de laatste tijd betrekking op het normaal maatschappelijk risico. Niet vreemd, want daarover is veel te zeggen en te schrijven.

Deze zomer heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State evenwel twee uitspraken gedaan inzake het vereiste van processuele connexiteit binnen het stelsel van nadeelcompensatie, een wat minder bekend, doch zeker niet minder belangrijk vereiste.

Wat betekent dit vereiste nu ook alweer voor de rechtspraktijk en waarom is dit beginsel ook alweer zo relevant?

Zuiver schadebesluit, processuele connexiteit en rechtsbescherming

Het belang van het vereiste van processuele connexiteit is gelegen in de wijze waarop een benadeelde rechtsbescherming kan inroepen tegen een zuiver schadebesluit van een bestuursorgaan.

Zoals bekend, dient een bestuursorgaan, indien geconfronteerd met een verzoek om schadevergoeding ten titel van nadeelcompensatie, een besluit te nemen op dit verzoek. Als dit (schade)besluit uitsluitend betrekking heeft op het oordeel over de (vergoedbaarheid van de) schade, wordt een dergelijk besluit gekwalificeerd als een zuiver schadebesluit.

Echter, op basis van een bijna “antieke” uitspraak van de  Afdeling van 6 mei 1997 (AB 1997, 299) is een zuiver schadebesluit pas dan appellabel als er sprake is van zogenaamde processuele connexiteit tussen de schadeoorzaak en het schadebesluit.
In de uitspraak van 6 mei 1997 formuleert de Afdeling dit vereiste als volgt

“…dat de bestuursrechter slechts bevoegd is kennis te nemen van een beroep tegen een zogeheten zuiver schadebesluit, indien die rechter ook bevoegd is te oordelen over het beroep tegen de beweerdelijk schadeveroorzakende uitoefening van de publiekrechtelijke bevoegdheid zelf. Een bezwaar is slechts ontvankelijk indien tegen de beweerdelijk schadeveroorzakende uitoefening van de publiekrechtelijke bevoegdheid zelf ook bezwaar of beroep openstond.”

In essentie komt dit vereiste er dus op neer dat de rechtsbescherming tegen een zuiver schadebesluit uitsluitend bij de bestuursrechter gevonden kan worden indien als schadeoorzaak kan worden aangemerkt een voor bezwaar en beroep appellabel besluit (bijvoorbeeld een verkeersbesluit of een kapvergunning). Met andere woorden, is er sprake van een schadebesluit waartegen me in bezwaar of beroep had kunnen gaan, kan er ook bezwaar en beroep worden ingesteld tegen het zuivere schadebesluit. Er is dan sprake van een appellabel zuiver schadebesluit.

Indien de schadeoorzaak is gelegen in feitelijk handelen, zonder dat daaronder een appellabel besluit ten grondslag ligt, of als de schadeoorzaak een niet een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit is (bijvoorbeeld een beleidsbeslissing of een besluit van algemene strekking) dan moet een benadeelde zijn of haar rechten bij de civiele rechter halen.

Uitzondering hierop is als het bestuursorgaan ten behoeve van de beoordeling van een verzoek om schadevergoeding een nadeelcompensatieverordening of -regeling heeft vastgesteld. Dan is de processuele connexiteit gegeven.

Afdelingsuitspraken juli 2015

Hoewel het vereiste van processuele connexiteit dus al jaren vast onderdeel is van de rechts- en adviespraktijk, is het interessant dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dit uitgangspunt in twee zeer recente en kort op elkaar volgende uitspraken nogmaals heeft bevestigd.

Zowel in de uitspraak van 8 juli 2015 (zaaknummer 201408504/1/A2) als in de uitspraak van 15 juli 2015 (zaaknummer 201410534/1/A2) strandt het beroep van appellanten op dit formele vereiste.

In de uitspraak van 8 juli 2015 constateert de Afdeling dat de gestelde schadeoorzaak is gelegen in het uitvoeren van feitelijke werkzaamheden, zonder dat daaraan een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb ten grondslag ligt.

En in de uitspraak van 15 juli 2015 constateert de Afdeling dat als schadeoorzaak moet worden aangemerkt een brief van 6 september 2006 van het college gericht aan appellant. Deze brief kan vervolgens niet worden aangemerkt als een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit.

Ergo, in beide gevallen is er geen sprake van processuele connexiteit, zodat de bestuursrechter niet bevoegd was om kennis te nemen van het geschil.

Procedurele connexiteit in de praktijk

Uit het bovenstaande kan worden opgemaakt dat het vereiste van de processuele connexiteit dus voornamelijk van belang is voor de rechtsbeschermingsroute bij zelfstandige schadebesluiten. De materiële beoordeling van een verzoek om nadeelcompensatie is hetzelfde, ongeacht of er wel of geen sprake is van processuele connexiteit.

Mocht overigens ooit in de toekomst de Wet nadeelcompensatie (voor zover betrekking hebbende op nadeelcompensatie) in werking treden, zullen uitspraken als bovenstaande tot het verleden horen. Immers, de rechtsbescherming is dan via de Wet nadeelcompensatie geregeld bij de bestuursrechter.

Tot dan dient bij de primaire besluitvorming op verzoeken om nadeelcompensatie altijd goed te worden bekeken of er onder het besluit wel of niet de bekende (Awb) rechtsbeschermingsclausule moet worden geplaatst.

Meer weten? Neem dan contact op met Peter van Bragt.