Op 10 december 2015 is tijdens de jaarvergadering van de Vereniging voor Bouwrecht uitgebreid stilgestaan bij de ontwikkelingen op het gebied van het “normaal maatschappelijk risico” bij planschade. Ook de SAOZ heeft aan de discussie bijgedragen.
Wetenschap constateert “opwaartse druk” normaal maatschappelijk risico
In het tijdens de jaarvergadering gepresenteerde pre-advies “De reikwijdte en rechtsgrondslag van nadeelcompensatie in het omgevingsrecht” van mr. dr. G.M. van den Broek en mr. dr. M.K.G. Tjepkema wordt geconstateerd dat er een opwaartse tendens aanwezig is met betrekking tot het normaal maatschappelijk risico bij planschade, culminerend in de uitspraak “Mook en Middelaar” van 1 juli 2015 waarin een schade van 5% geheel wegens normaal maatschappelijk risico van de aanvrager is gelaten. In het pre-advies wordt gepleit voor een verhoging van het “bodemforfait” van 2 naar 3% en het hanteren van drempels van 3, 4 of 5% al naar gelang de omstandigheden van het geval. Interessant maar zeker niet onomstreden is ook de stelling van de pre-adviseurs, dat de aanvrager zou moeten motiveren waarom er een lager forfait dan 5% zou moeten worden toegepast.
Begrip “maatschappelijk” in de term “normaal maatschappelijk risico” onderbelicht?
In het pre-advies wordt niet ingegaan op de vraag, in hoeverre het begrip “maatschappelijk” invloed heeft of zou moeten hebben op de uitkomst van de beoordeling van het normaal maatschappelijk risico. Tijdens de jaarvergadering is op dit punt nadrukkelijk geïntervenieerd. In de praktijk gebeurt het veelvuldig, dat schade wordt geleden en geclaimd in verband met planologische maatregelen die in overwegende mate een particulier belang (namelijk dat van de initiatiefnemer) dienen en niet zozeer, of in duidelijk mindere mate, een algemeen belang. Niettemin wordt ook in die gevallen momenteel het normaal maatschappelijk risico “vol” toegepast.
Daar waar in veel andere juridische stelsels het adagium geldt “de veroorzaker betaalt”, lijkt dit dus bij planschade de andere kant op te gaan: de initiatiefnemer behoudt de revenuen van het project en de omgeving blijft (grotendeels) met zijn schade zitten. De vraag kan gesteld worden of dit in overeenstemming is te brengen met het “rechtsgevoel”.
Verhoogd normaal maatschappelijk risico heeft ook andere keerzijde
Een ander belangrijk aspect van het normaal maatschappelijk risico waarbij minder vaak stilgestaan wordt is de dempende werking die daarvan uitgaat op de besluitvormings-procedure met betrekking tot het project. Een verdere “uitholling” van het planschadestelsel kan leiden tot een intensivering en polarisering van bezwaar- en beroepsprocedures, die de ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk moeten maken. De aandacht van omwonenden verschuift dus nadrukkelijk naar het besluitvormingstraject, met de mogelijke gevolgen van dien….
Ontwikkelen beleid ten aanzien van normaal maatschappelijk risico bepleit
Tijdens de jaarvergadering is de ontwikkeling van gemeentelijk beleid bepleit ten aanzien van het normaal maatschappelijk risico. Dat is geen slechte gedachte, zeker niet indien de gemeente daarbij alle relevante omstandigheden bij de beleidsvorming kan meenemen.
Meer weten?! Neem dan contact op met Kees van der Lee.